De belastingrente voor de vennootschapsbelasting (VPB) staat sinds begin dit jaar weer ‘ouderwets’ op 8%. Ondernemingen kunnen deze rente voorkomen door hun VPB-aangifte op tijd in te dienen, of door vóór 1 mei aanstaande een voorlopige aanslag (VA) aan te vragen.
De Belastingdienst rekent belastingrente als de belastingplichtige de aangifte VPB te laat indient en ook nog een bedrag moet betalen. Sinds 1 oktober 2020 was het tarief van de belastingrente in de VPB verlaagd naar 4%. Maar met ingang van 2022 geldt weer het oude tarief van 8%. Die rekening kan dus aardig oplopen.
Wanneer belastingrente betalen?
Als het boekjaar van een bv gelijk loopt met het kalenderjaar, moet de aangifte VPB van het voorgaande kalenderjaar vóór 1 juni binnen zijn bij de Belastingdienst. Maar voor de berekening van de belastingrente gelden er andere data:
Voorlopige aanslag 2021 aanvragen
Belastingrente valt dus te voorkomen door een correcte aangifte in te dienen vóór 1 juni. Of vóór 1 mei een VA te vragen, als de onderneming die nog niet heeft gehad. Het aanvragen van een VA kan op drie manieren:
Voorlopige aanslag 2022 aanpassen
Deze drie manieren kunnen ondernemingen ook gebruiken voor het aanpassen van hun VA VPB over 2022 (dat moet dan via het 2022-formulier). Veel bv’s krijgen namelijk aan het begin van het jaar een VA voor de VPB. De Belastingdienst baseert die aanslag op gegevens uit voorgaande jaren. Maar door de coronaperikelen kan het zijn dat de winst dit jaar weer flink afwijkt van de resultaten uit het verleden. Dan is het raadzaam om dat tijdig aan te laten passen, uiteraard helemaal als de VA te hoog uitpakt.
Dit jaar geldt nog een betalingskorting als een onderneming de VA in één keer betaalt. Vanaf 2023 verdwijnt die korting. Het is overigens niet echt binnenlopen met deze korting, want die is gekoppeld aan het tarief voor de invorderingsrente. Dat staat tot 1 juli 2022 nog op 0,01%.