0346 - 555 797

neem nu contact met ons op

NN Bank verliest zaak tegen VRB Adviesgroep over doorbetaling provisie

NN Bank moet ook na opzegging van de samenwerkingsovereenkomst met de VRB Adviesgroep de doorlopende provisie blijven vergoeden op aangehouden tegoeden in een spaarportefeuille. Tot dit oordeel komt de rechtbank Amsterdam in een recent vonnis.

VRB Adviesgroep uit Utrecht had lange tijd een spaaragentschap bij WestlandUtrecht Hypotheekbank (tegenwoordig: NN Bank) voor zijn pensioen- en gouden handdruk relaties. Bij het overzetten van dit agentschap naar NN Bank kreeg Pim van Rijswijk van de VRB Adviesgroep te horen dat de samenwerkingsovereenkomst zou worden opgezegd. Hoewel VRB nog alle medewerking verleende aan de overvoer van het agentschap naar een relatie van NN Bank, strandde de deal op de prijs. Hierna besloot NN Bank het agentschap op te zeggen waardoor de VRB Adviesgroep werd afgesneden van de provisie-inkomsten waar zij formeel recht op had.

Na enkele jaren vruchteloos overleg nam Pim van Rijswijk van de VRB Adviesgroep Cisco Barao in de arm. Uiteindelijk kwam er een voorstel van NN Bank dat VRB als een belediging opvatte: een vergoeding van een paar duizend euro onder het voorbehoud van het tekenen van een overeenkomst waaruit blijkt dat VRB moet zwijgen over het bereikte ‘onderhandelingsresultaat’. Dit terwijl Barao en VRB navolging eisten van de oorspronkelijke WUH-samenwerkingsovereenkomst en betaling van zeven jaren provisie, de gemiddelde duur van dergelijke spaarrekeningen. De onvrede was reden om een procedure tegen NN Bank op te starten. De zaak diende op 16 december 2016 voor de rechtbank Amsterdam. Het vonnis is pas onlangs gepubliceerd.

Vonnis rechtbank

De VRB Adviesgroep eiste doorbetaling van de (overeengekomen) provisie van 0,2 procent over de waarde van de spaarportefeuille tot aan het eind van de portefeuille en vergoeding van proceskosten en 300 euro aan buitengerechtelijke kosten. De rechtbank maakt korte metten met het verweer van NN Bank en stelt VRB volledig in het gelijk. Volgens de rechtbank leidt een redelijke uitleg van de overeenkomst ertoe “dat opzegging van de overeenkomst niet tot gevolg heeft dat ook de verplichting van de bank tot betaling van provisiebetalingen voor reeds aangebrachte klanten is komen te vervallen”. Het doorgaan van de verplichting tot betaling hoeft volgens de rechtbank niet te betekenen dat de bank “tot in lengte van dagen” provisie aan VRB moet blijven te betalen, zoals NN Bank had aangevoerd.

De rechtbank veroordeelt NN Bank tot het hervatten van de jaarlijkse provisie van 0,2 procent ver de waarde van de spaarportefeuille, onder aftrek van een tussentijdse betaling door de bank van ruim 33.000 euro. Daarnaast dient de bank maandelijks een overzicht van de spaarportefeuille te verstrekken (zoals door VRB was geëist). Ook de vergoeding van de proceskosten en de buitengerechtelijke kosten wijst de rechtbank toe.

© 2024 VRB Adviesgroep | All rights reserved | Next Lead