0346 - 555 797

neem nu contact met ons op

Belastingtarieven 2022 zijn definitief

De Eerste Kamer heeft dinsdag ingestemd met de belastingplannen voor volgend jaar van het huidige demissionaire kabinet. Dat betekent dat de tarieven voor de inkomsten-/loonbelasting en de vennootschapsbelasting definitief vaststaan. Een overzicht.

Thuiswerkvergoeding en bijtelling elektrische auto

Nu ook de Eerste Kamer akkoord is, kunnen eerder aangekondigde belastingplannen voor 2022 ook in werking treden. Dat geldt bijvoorbeeld voor het invoeren van een onbelaste vergoeding voor thuiswerkkosten. Verder wordt er gesleuteld aan de bijtelling voor elektrische auto’s en gaat het fiscale voordeel op milieu-investeringen (MIA) omhoog.
De plannen zijn echter niet in beton gegoten. Want deels hangt de voortgang er ook vanaf hoe voortvarend het nieuwe kabinet aan de slag gaat met het schrappen of toevoegen van plannen. In het kersverse coalitieakkoord is nog geen gigantische verbouwing van het belastingstelsel aangekondigd. Maar bijvoorbeeld wel ingrepen in de zelfstandigenaftrek en in de heffing op spaargeld en beleggingen in box 3 van de inkomstenbelasting.

Belastingtarieven 2022 staan vast

De tarieven voor de inkomsten- en loonbelasting voor 2022 staan nu definitief vast. Het tarief in de eerste schijf daalt licht, van 37,1% in 2021 naar 37,07% in 2022. Maar de eerste schijf wordt wél langer. Het 37,07%-tarief geldt in 2022 tot een inkomen van € 69.398, tegen € 68.507 dit jaar. Boven deze grens blijft het tarief gelijk: 49,5%. Een tabel met alle tarieven voor de inkomsten- en loonbelasting en de opbouw daarvan vindt u hier.
Ook de afbouw van het aftrektarief gaat door. Diverse posten, zoals de hypotheekrenteaftrek, zijn in 2022 nog maar tegen 40% aftrekbaar. In 2023 zakt dit verder naar 37,05%, wat in dat jaar het beoogde tarief in de eerste schijf is. Het verloop van de afbouw ziet er zo uit:

Jaar 2019 2020 2021 2022 2023
Maximaal aftrektarief 49% 46% 43% 40% 37,05%

Laag VPB-tarief opgerekt, WKR weer ‘normaal’

Voor ondernemingen is het positief dat de hogere eerste schijf in de vennootschapsbelasting (VPB) de behandeling in het parlement overleefd heeft. Want die ophoging oogst ook kritiek, omdat die concerns een fiscale prikkel zou geven om zich op te knippen. Een motie die het kabinet expliciet vroeg om de verhoging terug te draaien haalde het vandaag niet in de Eerste Kamer. Dus vallen winsten tot € 395.000 in 2022 onder het lage VPB-tarief van 15%. Dit jaar ligt die grens nog op € 245.000. Het hoge VPB-tarief gaat wel omhoog, van 25% nu naar 25,8% in 2022.
Verder staat nu vast dat de vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR) weer kleiner wordt. Na twee jaar met extra ruimte voor werkgevers gaat de vrije ruimte in 2022 terug naar ‘normaal’. De vrije ruimte in de WKR is volgend jaar 1,7% voor de eerste € 400.000 van de loonsom en daarboven 1,18%.

Eerste Kamer wil eenvoudiger belastingstelsel

Tijdens de behandeling van de belastingplannen heeft de Eerste Kamer ook drie moties aangenomen. Eén daarvan roept de regering op om zo snel mogelijk een einde te maken aan het belasten van spaargeld op basis van een fictief rendement. Het nieuwe kabinet heeft hier wel plannen voor gepresenteerd, maar dit zal niet eerder dan 2025 lukken.
Ook een motie die oproept om het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid en belastingen ‘de komende jaren significant te vereenvoudigen’ is aangenomen. Tot slot was er ook een meerderheid voor een motie die de regering verzoekt om aan alle AOW-gerechtigden volgend jaar een eenmalige extra uitkering van € 200 uit te betalen.

© 2024 VRB Adviesgroep | All rights reserved | Next Lead