Een man is directeur-grootaandeelhouder (dga) van twee bv’s. Uit een boekenonderzoek blijkt dat beide bv’s gezamenlijk ruim € 208.000 aan omzet niet hebben opgegeven in hun btw-aangiften. De dga wordt strafrechtelijk vervolgd omdat hij er opzettelijk voor zorgde dat er onjuiste aangiften zijn ingediend (feitelijk leiding geven aan het doen van onjuiste belastingaangiften). Volgens de dga kan hem geen opzet worden verweten omdat hij volledig vertrouwde op de deskundigheid van de ingeschakelde boekhouder. De boekhouder verklaart dat hij uitging van door de dga verstrekte stukken.
Bewust onjuiste btw-aangiften ingediend
Rechtbank Overijssel acht bewezen dat de dga opzettelijk onjuiste btw-aangiften liet indienen. Het is niet gebleken dat de boekhouder zelf heeft gerommeld met de aangiften. De dga heeft bewust een onvolledige of onjuiste administratie aan de boekhouder gegeven. Hij maakte mede de verkoopfacturen op en moet ook als directeur/eigenaar van de bv’s hebben geweten dat de omzet veel hoger was.
Gevangenisstraf met proeftijd
De officier van justitie eist een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden. Het wordt uiteindelijk een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank legt de voorwaardelijke straf en proeftijd op omdat de dga inmiddels een nieuwe bv heeft opgericht en mogelijk dezelfde fouten gaat maken.