0346 - 555 797

neem nu contact met ons op

Gerechtelijke uitspraak rondom beëindigen fiscaal akkoord (VSO) Uniforce – DUBV

Gerechtelijke uitspraak rondom beëindigen fiscaal akkoord Uniforce – DUBV
De rechtbank heeft beslist dat de Belastingdienst gerechtigd is om de vaststellingsovereenkomst (VSO) met Uniforce te beëindigen. Op basis van de uitspraak komen klanten van Uniforce niet meer in aanmerking voor de ‘DUB-BV/VUR’. https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBDHA:2018:8020&showbutton=true

Hoofdpunten uitspraak/casus
Op basis van de uitspraak van Rechtbank Den Haag (kort geding/voorzieningenrechter) gelden de volgende belangrijke hoofdpunten en conclusies:

1. In 2008 is een vaststellingsovereenkomst (VSO) overeengekomen tussen de Belastingdienst en Uniforce.
2. Uniforce is i.v.m. de Wet DBA al vroegtijdig onderhandelingen met de Belastingdienst gestart, waarbij in oktober 2015 schriftelijk navraag is gedaan bij de Belastingdienst of zij gebruik zou gaan maken van de mogelijkheid om de VSO op te zeggen. De Belastingdienst heeft deze mogelijkheid nadrukkelijk opengehouden.
3. De Belastingdienst heeft aangegeven dat de systematiek van de VSO niet past binnen de systematiek van de Wet DBA en heeft Uniforce verzocht met een alternatief te komen dat hier wel binnen zou passen. Daarin is Uniforce niet geslaagd.
4. De Belastingdienst heeft bij een aantal Uniforcers een onderzoek ingesteld. Hieruit is gebleken dat de feitelijke gang van zaken in grote mate afwijkt van de kwalificatie van de arbeidsverhouding zoals bepaald door de VSO. Vanwege de VSO en vrijwaringsverklaring zijn in deze geen naheffings- of navorderingsaanslagen door de Belastingdienst opgelegd.
5. Er wordt in de uitspraak ook aangegeven dat andere partijen een soortgelijke VSO hebben willen verkrijgen als die van Uniforce (denk hierbij aan de ZZP BV van de VRB Adviesgroep), waarbij wordt opgemerkt dat het continueren van de overeenkomst met Uniforce zou leiden tot concurrentievervalsing.
6. Als overgangsregeling heeft de Belastingdienst/Staatssecretaris van Financiën een overgangsregeling aangeboden, waarbij nieuwe Uniforcers nog tot 1 juli 2018 kunnen instromen en zodoende onder de VSO van 2008 blijven vallen.
7. Na het uitblijven van een reactie/tegenvoorstel op het aanbod heeft de Belastingdienst de VSO van 2008 op 9 april 2018 beëindigd.
8. Uniforce vordert bij de (voorzieningen)rechter primair dat de Belastingdienst de VSO van 2008 blijft nakomen en stelt dat de opzegging niet rechtsgeldig en onrechtmatig is.
9. Rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat de Belastingdienst op basis van artikel 13 van de VSO bevoegd is om de overeenkomst te beëindigen bij wijzigingen in wet en/of regelgeving. De rechtbank ziet de Wet DBA als zodanige wijziging. Aangezien Uniforce niet heeft gereageerd op het aanbod van de Belastingdienst om tot een overgangsregeling te komen, wordt er van uitgegaan dat de aangeboden regeling redelijk is.
10. De rechtbank heeft nog opgemerkt dat het niet uitmaakt dat de Wet DBA niet wordt gehandhaafd en – naar verwachting – in 2020 wordt vervangen door een andere regeling. Feit is namelijk dat de Wet DBA thans geldend recht is en – nog belangrijker – dat als gevolg van de invoering van die wet de verklaring arbeidsrelatie (VAR) is afgeschaft en in plaats daarvan in de praktijk wordt gewerkt met door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten. De vordering van Uniforce wordt afgewezen.

© 2024 VRB Adviesgroep | All rights reserved | Next Lead